Melk en honing

Onlangs was ik thuis bij mijn teamgenoot. We ontbeten met gekruide koffie en gebakken deeg, terwijl we kletsten over nieuwe vrienden, gebeurtenissen in de buurt en dingen die we hebben geleerd. 

Ons gesprek kwam op de moeilijke dingen waar de lokale moslimvrouwen, onze vriendinnen, mee te maken hebben. Misbruik, verkrachting, oorlog, honger, armoede, corruptie, leugens en bedrog. Eerste, tweede en derde vrouwen. In dit land zijn het normale ervaringen voor vrouwen.

Het verhaal van Aiseta

Ik herinner me dat ik tranen met tuiten huilde nadat ik het verhaal hoorde van Aiseta, mijn taalhulp. Ze deelde over de trauma’s in haar eigen leven. Op 13-jarige leeftijd werd ze verkracht door haar leraar en ze werd zwanger. Aiseta trof de schaamte en schande van dit incident. De leraar werd nooit gestraft en ontkende zelfs dat hij haar kende. Niemand hielp haar toen haar dochtertje was geboren. Ze had geen kleding voor de baby en Aiseta wikkelde haar kind in een oude hoofddoek tot ze geld had om kleertjes te kopen. 

Ze kreeg te maken met vreselijke zorgen. Misschien dat ze daarom de schat in het Goede Nieuws herkende toen ik dit met haar deelde. Ze luisterde gretig en nam snel de belofte aan van eeuwig leven in Jezus Christus. 

Droevig genoeg ben ik eraan gewend geraakt om te luisteren naar mijn vrienden die hun tragedies delen. Ik heb het punt bereikt dat ik verbaasd ben als een vrouw zegt dat ze nooit iets naars heeft meegemaakt.

Het gevaar bestaat om te hard te worden. Als ik mijn hart niet hardt elke keer nadat ik een dergelijk verhaal hoor, zou ik te emotioneel worden om de dagen door te komen. Maar wat als ik te gevoelloos word? Te hard? Hoe vind ik een balans?

Kleine glimpen van lieflijkheid

Nadat ik die ochtend het huis van mijn teamgenoot had verlaten besloot ik om op bezoek te gaan bij Rabia, één van onze moslimvriendinnen. Rabia was blij me te zien en stopte met haar wasgoed om bij me te komen zitten. We zaten in de schaduw van een boom en ze legde haar slapende zoontje van 4 maanden tussen ons in. 

Na een paar minuten kwam Rabia’s moeder. Ze was druk geweest in de velden en had hen een aantal weken niet bezocht. Hoewel haar kleinzoontje diep in slaap was, tilde oma hem op en bedolf hem onder kusjes. Ze kuste hem telkens weer: wang, wang, voorhoofd, lippen…wang, wang, voorhoofd, lippen.

Het kleine ventje deed één oog open en in plaats van te gaan huilen lachte hij en keek recht in het lieve, grijnzende gezicht van zijn oma. Ze waren vol liefde voor elkaar.

Terwijl ik mijn tranen van ontroering wegknipperde, merkte ik dat de Heer me erop attent maakte om dit moment goed in me op te nemen. Op deze manier word je niet te hard hier, voelde ik Hem zeggen. Geef aandacht aan de kleine glimpjes van lieflijkheid die ik je toon. 

Rabia schonk ons kleine glaasjes met warme melk en gaf ons wat brood en plaatste een bord vol honing voor ons om ons brood in te dopen. Een klein feestmaal om de liefde tussen grootmoeder en kind te vergezellen.

Een voorrecht

Wat een voorrecht om deel te nemen aan de levens van onze moslimvrienden, vol pijn en moeite. Mijn teamgenoten en ik zijn hier om hen uit te nodigen in het Koninkrijk van Jezus. We zijn vereerd om hen de hoop van het Goede Nieuws te tonen en om te delen in hun vreugde.

En soms herinnert God ons aan zijn zoete liefde wanneer vrienden als Rabia ons melk en honing geven.

Ondersteun ons werk

Ondersteun ons werk met een gift om meer werkers te sturen naar de moslimvolken om hen het Goede Nieuws te brengen.